Regelement optocht, wagens en straatversiering
  1. De deelnemende voertuigen moeten rijtechnisch in voldoende staat van onderhoud verkeren,de opbouw moet aan de eisen van goed en veilig werken voldoen.
  2. Ter hoogte van de koppeling tussen het trekkend voertuig en de aanhangwagen dient een toezichthouder te lopen.
  3. De deelnemende voertuigen, met uitzondering van het trekkende voertuig, moeten rondom tot op hoogte van het trottoirs deugdelijk zijn afgeschermd.
  4. Het is verboden twee aanhangers voort te bewegen met één trekkend voertuig.
  5. Bestuurders van gemotoriseerde voertuigen die deelnemen aan de optocht moeten in het bezit zijn van een voor het rijden met het betreffende voertuig geldig rijbewijs en bovendien over de benodigde bekwaamheid en kennis beschikken.
  6. Onverminderd het bepaalde in artikel 26 van de wegenverkeerswet en de artikelen 426 en 453 van het Wetboek van Strafrecht mogen bestuurders van voertuigen niet onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank verkeren dat zij hun taak niet naar behoren kunnen uitvoeren.
  7. Aanwijzingen van ambtenaren van de plaatselijke optochtcommissie, politie en brandweer dienen direct opgevolgd te worden.
  8. Straatversiering dient, gemeten vanuit de as van de weg, op een hoogte van 4,20 meter te worden aangebracht.
  9. In verband met de veiligheid is het niet toegestaan om snoepgoed te strooien vanaf een praalwagen.
  10. Consumpties tijdens de optocht uit blik, flessen en glaswerk verboden.
  11. Het bestuur heeft het recht om deelnemers te weigeren indien het gedrag, thema, leuzen of de technische staat van het materieel in strijd is/zijn met ethiek en/of vereiste technische richtlijnen.

Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.